Alle leven is energíe; het stelt-zijn bepalingen en wordt bepaald en die energie schept, in zijn ontwikkeling, die uit eigen kracht plaats vindt, zijn eigen materie, het lichaam met zijn cellen en zijn gewaarwordingen, zijn waarnemings-en onderscheidingsvermogen en zijn bewustzijn. Energie en
vormen van energie zijn steeds dooreengemengd en dit maakt, dat het bewustzijn zich voordoet èn als iets abstracts èn als iets concreets.
Individueel bewustzijn is het resultaat van onwetendheid, neiging, begeerte en verlangen. Deze on-
wetendheid heeft geen begin en is geladen met die energie, díe zich uit eigen kracht ontwikkelt en als zodanig enig in zijn soort is en dit maakt dat individualiteit enig in zijn soort is.
Onwetendheid heeft geen begin, maar er kan een einde aan gemaakt worden. Juist het begrijpen, dat onwetendheid zichzelf in ’t leven houdt, maakt een einde aan het proces. Dat wil zeggen: gij merkt op, hoe gij, door uw eigen handelingen de onwetendheid voedt, hoe door verlangen, dat angst verwekt, onwetendheid in stand wordt gehouden en hoe hierdoor het voortbestaan van het ,,ik”-proces, van het bewustzijn; wordt bevorderd. Deze onwetendheid, dit ,,ik” proces, houdt zichzelf in stand door zijn eigen wilshandelingen, geboren uit begeerte, uit verlangen. Zodra het ,,ik”
proces ophoudt zichzelft voeden, komt er’ een einde aan.
Ge zult vragen: ,,Kan ik überhaupt leven zonder begeerte?” In het leven van de meeste mensen spelen begeerte en verlangen een ‘ontzaglijke rol; hun hele bestaan is êén krachtig begeerte-proces en daarom kunnen zij zich het leven, zijn rijkdom en schoonheid, zijn menselijke verhoudingen en gedragingen, niet voorstellen zonder begeerte. Wanneer ge, door te experimenteren, begint te beseffen, hoe handeling,
geboren uit begeerte, zijn eigen begrenzing schept, verandert gij van wil. Tot dat ogenblik is er slechts sprake geweest van een verandering in de wil. Het is de zichzelf in stand houdende, zich steeds weer hervormende werking van de onwetendheid, die het zelfbewustzijn doet voortbestaan. Alleen deze fundamentele verandering van de wil is intelligentie.
Ommen 25 juli 1936
comment closed